30 januari 2020

Kloostermuur Blitterswijck

Drie redenen waarom er niet een nog groter deel van de kloostermuur kan worden behouden

De restanten van de kloostermuur in Blitterswijck staan in de uitstroom van de Oude Maasarm. Daarmee vormen ze een belemmering voor de hoogwaterbescherming die Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum realiseert. Over de kloostermuur is vanaf 2014 uitgebreid en zorgvuldig overleg gevoerd met de omgeving. Afgesproken is dat een deel van de muur kan worden behouden. Een ander deel maakt plaats voor de doorstroming van het water om zo Blitterswijck en omgeving optimaal te kunnen beschermen tegen hoge waterstanden.

Verzoek Kerngroep Blitterswijck
Recent is de vraag gesteld of er wellicht toch een groter deel van de kloostermuur kan worden behouden. De vraag ontstond omdat Mooder Maas er in was geslaagd om de haag, die achter het te verwijderen deel van de muur staat, te behouden. Op 8 januari jl. vond een gesprek plaats met de Kerngroep Blitterswijck. Behoud van een groter deel van de muur dan eerder afgesproken, is niet aan de orde. De werkzaamheden worden conform plan gerealiseerd. Zoals toegezegd door Gedeputeerde Carla Brugman, voorzitter van Stuurgroep Ooijen-Wanssum, lichten wij hieronder toe waarom er niet alsnog een groter deel van de muur kan worden behouden.
 

Er zijn drie belangrijke redenen:

1. Een haag is geen muur
Het feit dat de haag mag blijven, wil niet zeggen dat een muur geen probleem zou zijn. De muur staat in de uitstroom van de Oude Maasarm. Het verwijderen van de muur en het verwijderen van de dijk die er achter ligt, zorgt voor een betere doorstroming dan mét dijk en muur. Anders gezegd: als de muur zou blijven staan ontstaat er een belemmering waardoor het beloofde en benodigde niveau van hoogwaterbescherming met de gebiedsontwikkeling niet worden gehaald. Voor de haag ligt dat anders. De haag kan in dit project gespaard blijven en het leek ons een goede zaak om die kans te benutten, gezien de zorgen die er leven over natuur en landschap. Het is overigens niet gezegd dat dat voor altijd kan. De haag zal kort gesnoeid worden, zodat de effecten ervan op de doorstroming nog geringer zijn maar Rijkswaterstaat heeft de bevoegdheid om deze te allen tijde alsnog te (laten) verwijderen als blijkt dat dat nodig is om de doorstroom te optimaliseren.

2. Afspraak = afspraak
Over de kloostermuur is vanaf 2014 uitgebreid en zorgvuldig overleg gevoerd met de belangengroep Blitterswijck en de belangengroep Heemkunde en archeologie. Uitkomst van dat overleg was dat niet 140 meter maar uiteindelijk 110 meter van de kloostermuur moet worden verwijderd voor een betere doorstroming. In de e-mail d.d. 10 juli 2015 is er door de belangengroep precies beschreven op welke wijze de opdracht geformuleerd moest worden aan de aannemerscombinatie Mooder Maas. Aan deze afspraak heeft het projectbureau zich verplicht en Mooder Maas heeft haar ontwerp ook conform deze afspraak ingevuld. Er zijn in totaal 1472 van dit soort afspraken vastgelegd in 512 contracteisen. Sommige van deze afspraken betroffen ook zeer gevoelige kwesties; zoals grondeigendom of het verlies van een woning ten behoeve van de hoogwaterbescherming. Het projectbureau doet er alles aan om al deze afspraken na te komen. 

3. De consequenties zijn te groot
Niet alleen in tijd, maar ook in de uitvoering van het project zou het nog verder sparen van de kloostermuur leiden tot grote planaanpassingen. Midden in de uitvoering de plannen wijzigen is geen goed idee. Er is na jaren van voorbereiding geen ruimte en tijd meer voor nieuwe ontwerpen, nieuwe vergunningen en nieuwe planningen. Eind dit jaar moet Gebiedsontwikkeling Ooijen-Wanssum helemaal uitgevoerd en klaar zijn. Begin maart wordt gestart met de werkzaamheden aan de kloostermuur. Het wijzigen van de plannen rond de muur lijkt iets kleins, maar alleen de nieuwe ontwerpen, de nieuwe rivierkundige berekeningen en het weer opnieuw aanvragen van een waterwet zou al 9 maanden vertraging opleveren. Om de negatieve effecten van de muur te compenseren zou elders in het gebied (meest waarschijnlijk in weerd Ooijen) naar schatting 60.000 m3 grond extra moeten worden afgegraven om meer ruimte te maken. Ook dit vraagt weer om nieuwe ontwerpen, nieuwe vergunningen (ontgrondingsvergunning, waterwetvergunning), nieuwe effecten op natuur en landschap en nieuwe transportbewegingen met hinder.